Jaar: 2008
Respect the Cock! And tame the Cunt!
Heiloo ligt boven Uitgeest. Voorbij Limmen zelfs. Vlakbij de kust en dat merk je. Waaraan? De wind. De wind jongens, de wind.
Met elf man sterk begon een grote en goedgemutste selectie van HCAW3 vandaag aan de competitie. Het zonnetje scheen en we hadden een verse collectie staal tot ons beschikking. Bovendien had Hubie de bollen, en eenieder die de verrichtingen van ’s lands meest aansprekende derde team een beetje volgt, weet dat dit in ieder geval één ding betekent: genieten. Hoewel Keet natuurlijk met frisse tegenzin de broodjes tonijn en kip-pesto uitpakte, bleek het cliché bewaarheid en inderdaad de broodjes waren overheerlijk. Evenals het sap getiteld Fruit Fusion overigens. Als liefhebber van een goede alliteratie op z’n tijd, kon ondergetekende deze prachtige titel tuurlijk waarderen en de – enigszins waterige edoch oranje – vochtige versnapering smaakte dan ook prima.
De bollen brachten ons helaas het enige hoogtepunt van de dag. Zodra de wedstrijd klaar was om te beginnen, maar Alvin en zijn chipmunk – a.k.a. de scheidsrechters – aan kwamen stiefelen, was de tot dan toe prachtige dag al grondig verpest. Ach de scheids… Wat kan zo’n man nu kwaad doen? En al helemaal als-ie circa 1,16 lang is, evenals zijn – volgens mij zelfs nog net iets kleinere – veldkompaan? Een paar voorbeelden: slag wordt wijd, save wordt uit, honkslagen plots foulballs en tot overmaat van ramp had de beste kleuter ook nog problemen met eenieder die langer is dan hij! Moet je lekker gaan scheidsen bij HCAW3 en vervolgens Robbert Keetelaar tegenover je krijgen…
Om een lang verhaal kort te maken, de wedstrijd begon top: Jappie’s tweede bal van het seizoen – mind you, de eerste bal van een inning, van een wedstrijd en al helemaal dus van een seizoen (!!) laat je sowieso lopen – werd over de omheining gehengst. Eigenlijk gewoon een vang 8 natuurlijk, maar op een peanutveldje en met een forse scheut wind, betekent dit gewoon een vroege achterstand. Gelukkig kwam de Paaps er goed overheen, want pakweg tien minuten later woei g@dd*mme een grand slam over het hekje. Bullocks.Aangezien alleen Yuri (hij kijkt niet naar individuele resultaten, de beste man, maar sloeg gewoon drie van de zeven hits vandaag!) en Milan (twee uit vijf) nog enigszins konden ontsnappen aan de algehele malaise die onder meer de scheidsrechter aanrichtte, kwamen we knap terug tot 5-5, waarna de thuisclub op het inmiddels ijzersterke werpen van Hubert nog een puntje wist te sprokkelen. En tja, voor je het weet, verlies je dan gewoon – uiteraard zwaar onterecht, da’s duidelijk – je eerste wedstrijd.
Naast de bollen van Hubie en het heerlijke zonnetje, was er nog één meldenswaardige gebeurtenis. Halverwege de tweede inning werd onze ad interim coach Krijtje in de dug-out opgeschrikt door een staaltje ondefinieerbare poëzie. De beste man had geen idee wat hem overkwam, keek hoopvol naar de ‘stadionspeaker’, maar vond geen verklaring. Het bleek de telefoon van Eelco ‘Ed de Kroket’ Dijksma (hier is dan ook je vermelding ED J) te zijn, die zich herhaaldelijk voordeed als Frank T.J. Mackay:
  Â
Respect the cock! And tame the cunt! Tame it! Take it on headfirst with the skills that I will teach you at work and say no! You will not control me! No! You will not take my soul! No! You will not win this game! Because it’s a game, guys. You want to think it’s not, huh? You want to think it’s not? Go back to the schoolyard and you have that crush on big-titted Mary Jane. Respect the cock. You are embedding this thought. I am the one who’s in charge. I am the one who says yes! No! Now! Here! Because it’s universal, man. It is evolutional. It is anthropological. It is biological. It is animal. We… are… men!Poëtisch nietwaar? Wilde ik jullie niet onthouden…Â
Peter Paul.
Daan, Dordrecht en de dikke duim
en natuurlijk: je mag alles met me doen…Het zal je gebeuren. Ben je rookie, zit je in het lelijkste hotel van de regio Rijnmond, springen tijdens je nietsvermoedende nachtrust uit het niets vijf Knetterlamme mannen bovenop je. Moet toch al gauw 400 kilo vlees zijn geweest, plus nog eens zo’n 30 kilo drank… Dat is Dordrecht ten voeten uit. Het is er naar en lelijk, maar je vermaakt je prima. De allereerste oefenwedstrijd was direct een malse. De naar verluidt kampioen van België had de oversteek naar de Rotterdamse rook gewaagd om zich voor te bereiden op een zenuwslopend seizoen. Helaas voor de Zuiderburen, liet Jariño Koenen zich niet vermurwen en hoewel de Belgen er spik en span uitzagen, zegevierden de curba’s van de Braziliaanse hovenier met verve. Wat meer gezegd, het was niemand minder dan Mister March Eelco Dijksma die de ban brak met een beste dajakker, waarna vrijwel al onze teamgenoten de arme Vlaming van de heuvel veegden.Na een lelijke tweede wedstrijd tegen RCH – waar we verder weinig woorden aan vuil hoeven te maken – brak het belangrijkste toernooionderdeel aan: de teambuildingactiviteit, oftewel eten en zuipen. De avond begon goed. Ondanks het nieuwtje dat je in een restaurant kennelijk altijd het derde woord op de kaart moet benoemen, kwam Keetelaar op de proppen met een zogenaamde Super Carpaccio. En super was-ie. Google Earth moest er aan te pas komen om de afmetingen te bepalen, maar een ding is zeker, Krijtje vrat een volledig rund op die avond. De biertjes – en cola’s voor de eerder geroemde Braziliaanse tuinvirtuoos – vloeiden rijkelijk. De volgende logische stap bracht ons dan ook in een ondefinieerbaar foute kroeg, waar zowel in de nek getatoeëerde nazaten van de Dordse maffia, als 40-jarige herten, rare gokverslaafden (of hoorden die bij ons?) en minderjarige tienersletjes acte de presence gaven. Tijd om te verkassen dus, waarna het HCAW-gezelschap terechtkwam in de stamkroeg van Rachel Hazes look-a-likes. Omgeven door snorren, zonnebankbruin gerimpelde besjes en vooral heel veel schakelkettingen, begon de voorlopig gecensureerde avond echt los te komen. Vermeldenswaardig – en eveneens niet (heel) bedreigend voor het thuisfront – waren de soepele heupen van onze GKL aan de art-deco wenteltrap. Hoewel niemand mij tot op heden uit heeft kunnen leggen wat het metalen sujet daar midden in een bruine kroeg deed, waren de moves ontegenzeggelijk spetterend. De zondag bracht vertier van een andere orde. Weg hoogstaand honkbal, weg hovenier, welkom wallen, welkom Hubie en vooral welkom pufjes. Nadat Papi (wie noemt z’n kind nou…) was teruggekeerd van een uitgebreide toiletsiësta, kon het honkbal beginnen en veel meer dan harde fastballs van Hubie (joh…), wegtrekkers bij de scheidsrechter, honkslagen van veteranen en een hele dikke duim leverde de middag niet meer op. Het zou overigens zo maar kunnen zijn dat ik dan veel over het hoofd heb gezien, maarja, mijn ogen hingen dicht. Dat was Dordrecht. Een lelijk hotel, een lelijke stad, met lelijk volk en hele zure lucht (sorry daarvoor), maar belachelijk veel lol. Het hoogtepunt: een citaat uit de verder gecensureerde avond: “Je mag alles met me doen, behalve aan mijn tieten zitten…†Het zal je maar gezegd worden. Oi oi oi. Peter Paul