Einde van een tijdperk

Amsterdam, 30 september 2017 – Er is geen collega met wie ik al zo lang werk, geen vriend die ik zoveel gezien heb, geen familielid waar ik zoveel tijd mee heb doorgebracht als met Roy en Remco de afgelopen 10 jaar.

Één alinea… …en daar stokt het verhaal al een aantal dagen.

Het is nu iets meer dan een week geleden dat Roy me het nieuws vertelde en niet lang daarna kwam ook die onvermijdelijke mededeling van Remco. Ik had er al wel wat met Roy over gepraat, een donderslag bij heldere hemel was het niet, maar ik dacht eigenlijk dat we er in ieder geval nog een jaartje aan vast zouden plakken.

Ik realiseer me dat beide mannen er volgend jaar niet meer bij zullen zijn, maar ik kan me er nog niet echt een voorstelling van maken. Elk jaar verandert het team wel een beetje, maar de impact van wat er aan het eind van dit seizoen, vanavond dus, gaat gebeuren is dit jaar toch groter dan andere jaren.

Toen ik 20 jaar geleden net gestopt was met honkballen bleek ik tot mijn verbazing het spelletje niet eens zo erg te missen. Net zo verbaasd was ik over het feit dat er desondanks tóch ergens een gat geslagen was in mijn leven. Een gat dat niet gevuld werd met m’n nieuwe drukke werk, de ellenlange kilometers hardlopen, het uren fitnessen of de weekenden vol sex, drugs en house muziek. Wat ik jaren en jaren als vanzelfsprekend had ervaren, het deel uitmaken van een groep honkballers, van een team, was niet meer. 

In 2008 besloot ik weer te gaan honkballen. Remco zegt zelf in zijn afscheids-app dat hij na tien jaar stopt, maar hij was in 2007 ook al een Reserve Reserve dus het zijn er elf. Roy was er toen ook al, maar in dat jaar niet fulltime omdat hij ook het vlaggeschip weer even moest redden. Tien jaar dus heb ik met deze mannen op het veld mogen staan. Ed de Kroket, De Kroaat, Peanut, Krijtje, Gagarin, De GKL, Jariño, De Souza, Woody, Jappie en Vliegtuigbouwer Fokker zijn allemaal al vertrokken en nu houden dus ook Remmie en De GGL, de laatste twee, ermee op.

Als ik Remco heel erg ga missen volgend jaar, dan is dat een slecht teken, dan is de kans dat ik de lol in het spelletje ben verloren ook best groot. Als ik Remco teveel ga missen dan betekent dat dat de sfeer in het team niet goed is, dat de mentaliteit van de jonge garde te ver los is geraakt van waar ik me prettig bij voel. Niet noodzakelijkerwijs slechter, niet slechter voor iedereen, maar wel voor mij, wel voor waar voor mij de Reserve Reserves voor staan, voor opa zou je ook kunnen zeggen.

Remco ademt en leeft Reserve Reserves. Hij traint, slaat, gooit, vangt, field en, hoewel ik het geen echte kwaliteit vindt, schopt soms ook Reserve Reserves. Hij moedigt aan, gaat door het vuur voor je, is fel, heeft plezier en is bovendien ook een betere honkballer geworden dan dat hij was in 2008.

Ok, een curvebal moet je nog steeds niet op hem gooien, maar door snelheid is hij al lang niet meer geïntimideerd. Hard gooiende werpers konden zich nog weleens lelijk vergissen in onze nummer 9 van de slaglijst. Als ik aan Remco denk dan denk ik aan de striemende hits die hij sloeg op Al Morales bij RCH, in een wedstrijd die erom ging. Maar ook aan het verschil tussen hoe we de eerste jaren met angst en beven de hoge ballen volgden die zijn kant op werden geslagen en met hoeveel vertrouwen we nu al richting de dug-out lopen voordat de bal in z’n handschoen is gevallen.

Remco is een teamspeler die zichzelf altijd ogenschijnlijk moeiteloos wegcijferde als hij in een belangrijke wedstrijd niet in de basis kon beginnen. Alles voor het team, alles voor de winst, mentaal bijdragen kan ook vanaf de kant. Maar o wee als jij wél speelde en er met je pet naar gooide, de felheid kon er dan vanaf spatten.

Ik ga er overigens vanuit dat Remco in 2018 nog steeds het vlees voor de team-barbecue gaat regelen, dat ik hem nog steeds kan indelen voor de Bollendienst, dat zijn scheidsrechter-optredens gewoon tellen voor ons team, dat we hem nog regelmatig bij HCAW zullen tegenkomen én dat Caroline gewoon in ieder geval bij alle thuiswedstrijden op de tribune zal zitten. Helemaal cold-turkey stoppen is natuurlijk nergens voor nodig.

(tekst gaat door onder de foto)

Twee dagen nadat ik Roy aan de telefoon had gehad gooide hij vorige week zaterdag zijn mededeling ook in de app-groep, en omdat hij in 2003 begon bij de Reserve Reserves klopte zijn rekensom wel. Hij is al vijftien jaar een Reserve Reserve, en dat houdt na onze seizoensafsluiting vanavond op.

Ik heb geen seconde getwijfeld, ik ga zeker door, ik wil spelen en ik wil niet coachen, maar ondanks dat het nieuws niet echt nieuws was hakt het er toch hard in. De Grote Grijze Leider houdt ermee op.

De Reserve Reserves zijn de Reserve Reserves niet meer gaat te ver. Juist omdat we veranderen, in staat zijn ons aan te passen en mee te groeien zijn we de Reserve Reserves, maar dit is wel weer een moment waarop we onszelf opnieuw moeten gaan uitvinden.

Maar voordat we daaraan beginnen moet ik in ieder geval nog wel wat verwerken. Een paar uur nadat Roy me verteld had dat er een einde was gekomen aan zijn twijfel én aan zijn tijd bij de Reserve Reserves stuurde ik hem een appje waarin ik zei dat het toch een beetje voelde alsof hij het had uitgemaakt. En zo voelt het eigenlijk nog steeds. Of het écht te vergelijken is met het beëindigen van een relatie van tien jaar weet ik niet, maar dat komt omdat ik het nooit langer dan vier jaar heb uitgehouden met dezelfde vrouw, maar dat terzijde.

We gaan in ieder geval niet met ruzie uit elkaar en hoewel Roy het heeft uitgemaakt stuurde hij “I know” als antwoord op mijn appje waardoor het toch een beetje voelt als gedeelde smart, halve smart.

Bij het afscheid van Jeroen vorig jaar schreef ik “Don’t cry because it’s over, smile because it happened“, en het risico bestaat dat als je deze uitspraak teveel herhaalt deze verschraalt en inboet aan kracht en betekenis, maar in dit geval dekt ie wederom perfect de lading. Want wat hebben we samen een mooie tijd gehad zeg.

Je schreef zaterdag aan ons “Het zijn 15 mooie jaren geweest met heel veel leuke momenten zoals de trainingskampen, teamuitjes, wedstrijden en kampioenschappen! Dank jullie wel daarvoor.” en bij deze wil ik, willen we, jou ook bedanken voor de afgelopen jaren.

Ik heb enorm veel respect voor wat je de afgelopen jaren voor ons gedaan hebt, en ik weet zeker dat ik hier voor het hele team spreek. Het geregel, het zoeken van nieuwe spelers, het organiseren van extra werpers als we weer eens een paar wedstrijden te dicht op elkaar hadden, het altijd iedereen laten spelen, en met dat gegeven het keer op keer een uitgenast line-up weten op te leveren, de vele vele uren op het veld en natuurlijk je trouw aan de Reserve Reserves als je de boys van de Hoofdklasse Hout er weer even bij deed.

In één van die jaren nam je me mee waardoor ik in de herfst van mijn honkbalcarrière mijn Hoofdklasse Hout debuut mocht beleven. Het is alweer zes jaar geleden, maar ik weet het nog als de dag van gisteren. HCAW – Neptunus, de zon schijnt in de vallei, Heijstek op de heuvel en ik mocht met m’n kersverse houten knuppel het slagperk betreden. Jij zat in de dug-out op de stoel in het hoekje bij het hek en toen ik je voorbij liep was het enige dat je zei “have fun”. Jij wist natuurlijk al dat ik op de eerste bal zou swingen, ik ook, maar niet dat het ook meteen een droge hit door het midden zou zijn. Dat was inderdaad fun en later bij terugkomst in de dug-out leek het er op dat jij er zelfs nog meer fun in had gehad dan ik.

Ik begrijp dat de glans van het plezier er de laatste jaren stukje bij beetje vanaf is gegaan, en dat je op dit punt bent gekomen. Maar ik denk ook dat je voor de club nog wel e.e.a. zult blijven doen, net als dat ik verwacht dat je wel weer eens een wedstrijd bij ons komt kijken. Al krijg ik van dat idee op dit moment wel een knoop in m’n maag, er is nog duidelijk iets mis met dat plaatje.

Het ga je goed GGL!