Categorie: Het Derde Honk

Eind van een tijdperk

Amsterdam, 17 april 2015 – Afgelopen woensdag hing het scorebord er nog zielig bij, er hing half een ladder tegenaan en aan de binnenkant van het veld stond een logge mechanische steiger. De bak aan de achterkant zat er al weer op, maar het zag er niet naar uit dat de eerste thuiswedstrijd van de Hoofdmacht gehaald zou worden.

De Mr. Cocker letters waren er afgehaald, maar toch nog duidelijk zichtbaar. Een zin die net zo goed letterlijk als figuurlijk opgevat kan worden. Niet zo gek ook na 30 jaar trouw sponsoren. 30 jaar!! Waar vind je dat nog? 30 jaar, dat is 4 generaties Cocker Spaniels! Misschien wel 5 als je ze teveel koffiebroodjes voert. Het zou me verbazen als 30 jaar geleden er ook maar één speler uit de Hoofdmacht al uit de luiers was toen Ron Jaarsma de (honkbal)handschoen oppakte en HCAW hielp de top van het Nederlandse honk- en softbal te bereiken.

Een scheiding na 30 jaar huwelijk is altijd pijnlijk, maar iedereen zal het ermee eens zijn dat zonder deze sponsor het niet mogelijk was geweest zo lang in de top van het Nederlandse honkbal mee te draaien. Bij deze ook bedankt namens de Reserve Reserves!

Mr. Cocker is sponsor af, maar het scorebord is er nog, en het heeft een fikse opknapbeurt gehad. Laat de eerste thuiswedstrijd maar komen! Hopelijk gevolgd door een nieuwe trouwe sponsor…

scorebord

Hoor je het ook eens van een ander!

Bijdrage van een gewaardeerde clubvrouw en honkbalkenner

De reserves reserves blijven ook buiten het reguliere seizoen hun kennis en kunde tonen. Ditmaal weer een selectie er uit, die als vanouds de meest enthousiaste jeugdhonkballers uit geheel Nederland (tot Sneek aan toe) als instructeurs zal gaan bijspijkeren tijdens de onvolprezen honkbalschool,waar zij al jaren de hofleverancier van zijn. Dit jaar was de honkbalschool dan ook in mum van tijd weer volgeboekt (en zelfs twee meiden zitten erbij – girlpower slaat toe in het honkbal!) omdat iedereen weet dat ze tien weken lang les kunnen krijgen van de beste tophonkballers die er waren/zijn. Dit alles onder de bezielende leiding van oud-reservereserve Robbert Keetelaar en met deelneming van Joey Eijpe, Joost Calis, Sebastiaan Olgers, Ronald Bouwman, en naar verluidt maakt ook Jarno Koenen zijn debuut. Uiteraard mogen als aanvulling ook de beste twee spelers die helaas mede door het spelen in Amerika nimmer de Reservesreserves wisten te halen ook meedoen, Ralph Milliard, Clive Mendes en Joep van Els.

Historie met Mo, Jeter en…. Puig?

Iets meer dan een jaar geleden schreef ik op deze site een stuk over één van mijn helden Mo, Mariano Rivera. Het is vorig jaar niet meer goed gekomen met hem, en in de World Series van 2012 waarin ik hem nog één keer had willen zien schitteren, brak die andere held van mij, Derek Jeter zijn enkel.

Mo speelt weer, is weer helemaal de oude, heeft al 23 saves op zijn naam staan. Of Jeter ooit nog speelt is onduidelijk. Mo heeft al wel aangekondigd dat hij na dit seizoen toch écht gaat stoppen. En al heeft hij vorig jaar geen World Series gespeeld, dit jaar doen de Yankees ook weer gewoon mee. Het zou mooi zijn, stoppen met een zesde World Series ring.

Maar ook zonder zesde ring heeft Mo al genoeg historie geschreven, en zelfs als hij gestopt is zal hij over vijf jaar nóg een keer geschiedenis schrijven. Deze man heeft namelijk zo’n fantastische carrière gehad dat hij waarschijnlijk de eerste ooit wordt die met een 100% score in de Hall of Fame terecht komt. Wedden?

42.jackie-robinsonIn april van dit jaar, terwijl Derek Jeter nog steeds aan het revalideren was, kwamen heel veel losse eindjes historie bij elkaar, met als middelpunt natuurlijk Mo, of eigenlijk niet Mo, maar zijn grote voorbeeld Jackie Robinson. Jackie was namelijk de eerste zwarte speler die werd toegelaten in het tot dan toe witte mannenclubje, de MLB. Op Opening Day, 15 april 1947, betrad hij als eerste honkman van Brooklyn Dodgers het veld op Ebbets Field In New York. Een historisch moment. Jackie speelde fantastisch, had een Hall of Fame carrière, maar nog meer bereidde hij de weg voor voor al die ander zwarte spelers die na hem in de Major League speelden, en spelen.

Jackie speelde met rugnummer 42, en in 1997 besloot de MLB dit nummer te ‘retiren’ (met pensioen sturen klinkt niet). Dit hield in dat nieuwe spelers die op het hoogste niveau gingen spelen niet meer met dat nummer mochten spelen. De oudere spelers mochten dat nog wel, en langzaam verdween dat nummer. Mo is de laatste speler in de MLB die nu nog met nummer 42 speelt. Zijn teamgenoot Robinson Cano, jawel, genoemd naar Jackie Robinson, speelt met rugnummer 24, omdat dit nummer nu eenmaal het dichtst in de buurt komt.

Op Jackie Robinson Day dit jaar kwam het allemaal bij elkaar. De Yankees winnen met 42 van de Diamond Backs, Robinson Cano heeft met zijn 2 uit 4 (met 3-punts homerun) een groot aandeel, en Mo mag de wedstrijd uitgooien en pakt de save. Een bijzondere dag, een bijzondere samenloop van omstandigheden. Overigens ook de enige dag van dit jaar dat Mo niet de enige is die met nummer 42 het veld mag betreden. Op Jackie Robinson Day draagt (sinds 2009) namelijk iedereen dit nummer, in ieder geval iedereen die een uniform moet dragen. Dus alle spelers en coaches, maar ook de umpires dragen allemaal dit speciale nummer.

Ik schrijf dit stukje vandaag omdat er nu ook een aantal dingen lijkt samen te komen. Toen ik vorig jaar de hoop op nog één keer Enter Sandman uitsprak, hoopte ik op een oktober-ontmoeting tussen Bryce Harper en Mariano Rivera. Bryce, 19 jaar, had net z’n eerste MLB week achter de rug. Het talent had alle beloftes waar gemaakt, en ook dit jaar speelt Harper weer de sterren van de hemel. Maar op dit moment is er nog een nieuwe rookie die de sterren van de hemel speelt. Zijn naam is Yasiel Puig, een hele jonge, grote, zwarte Cubaan. Hij heeft in zijn eerste MLB-week al 4 homeruns geslagen, hij heeft een afschuwelijk sterke arm en gooit honklopers bij bosjes van de honken. Gooide moet ik zeggen, want de honklopers en coaches proberen het maar niet meer.

Derek Jeter is nog steeds aan het revalideren, maar heeft vandaag voor het eerst weer wat grondballen kunnen fielden. De hoop op een World Series met Mo en Jeter, blijft dus nog even in leven. Tegen Bryce zou leuk zijn, maar misschien past het bij de laatste wedstrijd van Mo wel beter dat hij tegen de Dodgers speelt. Daar is Jackie ooit begonnen, en laat Puig daar nu ook net spelen. In oktober zullen we het zien.

Waarom kunstgras?

Amsterdam, 19 maart 2012 – Het ziet er naar uit dat de poll op deze website geen effect heeft gehad. Op de vraag ‘Welke kleur moet het Bussum-turf krijgen?’ stemde een grote meerderheid van de bezoekers van deze site op ‘Blauw, want dan zie je de bal beter’. Maar de nep-zoden zijn inmiddels gelegd, en volgens de website van HCAW is het ‘gewoon’ groen geworden, met ‘oranje/bruine’ banen. We nemen aan dat deze laatste kleur variant als loopbaan dienst zal gaan doen.

Helaas hebben we het nog niet zelf kunnen betreden en het met eigen ogen kunnen zien. We moeten het voorlopig doen met het uitzicht vanaf de Bussumse watertoren, want het Nederlandse weer heeft nog geen honkbal-waardig weekend weten te produceren. Veld-technisch gezien misschien maar goed ook, want het is gewoon ook nog niet af. Te laat begonnen, twee weken vorst, te lang stil gelegen, maar vooral te laat begonnen.

Ik heb geen zicht op wat dat voor de oefenprogramma’s van de andere Veld-1 gebruikers gedaan heeft, maar voor de Reserve Reserves en dan met name de GGL, heeft het nogal wat flexibiliteit gevergd. De smeekbedes in de regio werden gelukkig verhoord waardoor er toch nog velden beschikbaar waren, al moest er wat in de aanvangstijden geschoven worden. Almere, Zuidvogels, bedankt voor het meedenken! Nu moet het alleen nog honkbalweer worden want gespeeld is er nog niet.

Maar goed, als het kunstgras straks ligt zal alles snel vergeven en vergeten zijn. En als dan ook de heuvel er voor het begin van de competitie in ligt, hebben ‘we’ meteen één van de beste velden van Nederland. Daar doen we het tenslotte voor, het kost wat, maar dan heb je ook wat. Zo dacht ik tenminste tot ik vorige week vrijdag op de website van HCAW een bericht van, naar ik aanneem, het Bestuur van HCAW, zag verschijnen. De titel van het stuk is Waarom kunstgras? En ik denk dat de meeste lezers van het bericht, net als ik, dachten dat in de tekst onder deze vraag een antwoord zou worden gegeven.

Het nieuwe veld zal een hogere speelintensiteit hebben. Goed nieuws lijkt me dat voor een veld dat intensief gebruikt gaat worden. Op Curaçao groeit gras vrijwel niet, bedankt voor deze informatie. En kunstgras is een ‘veel beter alternatief’ dan het gravel fatsoenlijk afdekken met zeilen. Ik kreeg bij het lezen de neiging een beetje te helpen: Het kunstgras ziet er ook gewoon veel beter uit! Het is daarbij ook nog ‘ns makkelijker te onderhouden! Waarom kunstgras? Daarom kunstgras!!

Je zou zeggen dat de vraag uit de kop beantwoord is, maar hierop volgt een, laat ik het, ‘service-alinea’ noemen, die de vraag ‘Waarom kunstgras?’ weer keihard op de kaart zet. De tussenkop ‘Schoeisel en kunstgras’ leidt een zorgelijke tekst in. Het is namelijk niet duidelijk of er met gewone metalen spikes op het kunstgras gespeeld kan worden. Het zou zo kunnen zijn dat deze spikes het veld snel doen laten slijten. En in dat geval zal, zelfs als alle HCAW teams speciale kunstgras schoenen aanschaffen, het veld binnen de kortste keren naar de knoppen zijn, want de tegenstanders komen natuurlijk gewoon met metaal onder de schoenen.

Als het veld de metalen spikes niet aan kan treedt een vervelend scenario in werking. Gaten in het veld, bad-hops en afgelaste wedstrijden. Maar goed de gemeente wordt verantwoordelijk voor het onderhoud(?), dus ze zorgen maar dat het goed komt. Amsterdam deed het met de mat in de Arena, Bussum zal in de Vallei met enige regelmaat de nep-zoden moeten vervangen.

Ik was net terug van vakantie, dus ik las nog redelijk relaxed door de tekst heen, maar verderop in de alinea kreeg ik toch echt oranje/bruine vlekken in mijn nek. De letterlijke tekst:

‘Blijf je met metalen spikes in het kunstgras haken? Leidt de combinatie metalenspikes/kunstgras tot meer (knie/enkel) blessures? Het zou kunnen. Veel vragen waar we het antwoord nog niet van kennen.’

Dat meen je toch niet? We leggen een veld aan zonder dat we weten of het wel veilig is? Blessures moeten we maar voor lief nemen? En wat als blijkt dat de spikes inderdaad blijven haken? Alle HCAW-ers op kunstgras schoenen? En de tegenstanders zoeken het maar uit? En als we dan op die kunstgras-schoenen staan, dan kan je ook ‘gewoon’ op het gras in het buitenveld bewegen? Onzin! Het zijn niet voor niets kunstgras-schoenen. Echte veld-schoenen hebben noppen of spikes. In het buitenveld ga je bij een beetje vochtig weer onderuit op kunstgras-schoenen, of erger nog, krijg je liesblessures.

Ik hoop dat het allemaal goed komt, dat we er in de zomerstop om lachen, dat er geen hevige slijtage ontstaat aan het veld. En dat er geen extra blessures zullen ontstaan. Niet bij de spelers met spikes, niet bij de spelers met kunstgras-schoenen, niet bij de Rookies, niet bij het Eerste, niet bij ons en niet bij het Vierde, niet bij HCAW-ers en niet bij de tegenstanders. Ik hoop dat gewoon een onhandige tekst is en niet een onbedoelde inkijk in de keuken van een bedenkelijk beslissingsproces.

We hebben nog geen stap gezet op het nieuwe veld, het ziet er fantastisch uit, maar voor mij overheerst de vraag ‘Waarom kunstgras?’ meer dan ooit.

De laatste wedstrijd

Het is alweer een tijd geleden dat er een stukkie in deze categorie geplaatst is. De hoop dat de virtuoze pennen uit het verleden een bijdrage zouden leveren is nog niet bewaarheid. De heren hebben andere prioriteiten, logisch. En nu zijn er wéér twee Reserve Reserves die de handschoen in de wilgen hangen. Ze gaan ook andere prioriteiten stellen, andere dingen doen. Honkballen is leuk, maar met je kinderen honkballen nog leuker. Ik geloof het direct.

En hoewel ik het denk te begrijpen word ik er niet erg vrolijk van. Waarschijnlijk een gevalletje ‘projectie’. Ik moet er zelf namelijk nog niet aan denken, stoppen is wat mij betreft nog ver weg. Maar soms ontkom je er niet aan en word je er mee geconfronteerd, of je het leuk vindt of niet.

Gisterenavond bijvoorbeeld. Er werd historie geschreven in Atlanta. De Braves speelden op Turner Field de eerste one-game-wild-card-play-off in de historie tegen regerend kampioen de St. Louis Cardinals. De wedstrijd was spannend, maar lelijk. Een paar veldfouten leidde tot vijf onverdiende punten voor de Cards. Een correcte, maar te late, en daardoor ook weer slechte call, viel erg slecht bij het thuis publiek dat vervolgens hun ongenoegen liet blijken door flesjes en bekers het veld op te gooien. 19 minuten lag de wedstrijd stil. Gênant, dat vonden ook de commentatoren, de coaches, en waarschijnlijk ook het grootste gedeelte van het publiek.

Ook Chipper Jones was niet te spreken over het wangedrag, maar tijdens de persconferentie was ik niet echt geïnteresseerd in zijn antwoorden over de merkwaardige infield-fly-call in het buitenveld, of de bal die hij over tweedehonkman Uggla gooide waarna drie onverdiende punten konden scoren. Zijn mening over het rare format van maar een wedstrijd “baseball is about series”, was ook al bekend. De historie die geschreven werd, die ik net bedoelde, heeft hier dan ook niets mee te maken. Dit enkele-wedstrijd-format zal volgend jaar, of het jaar erop, weg zijn, en vervangen zijn door een best-of-three, een “series” dus. Chipper zelf was de namelijk historie. Hij heeft besloten te stoppen. Z’n lichaam schijnt niet meer te willen. Of hij wil teveel van z’n lichaam. De laatste weken werd hij in alle stadions geëerd en onthaald met staande ovaties.

Chipper is dan ook niet zomaar een speler die stopt. Hij is een van de beste switch hitters aller tijden, National League MVP en het .402 on-base-percentage is een clubrecord voor de Atlanta Braves waar hij z’n hele 19-jarige MLB-carrière heeft gespeeld. Clean-up hitter en derdehonkman, op twee seizoenen na waarin hij linksveld speelde.

Een mooie loopbaan die gegarandeerd zal leiden tot de Hall of Fame, en het gevoel van die akelige laatste wedstrijd zal wel slijten. Z’n laatste at-bat was gelukkig nog wel een hit, een infield hit, maar hij had liever gewonnen om zo z’n afscheid nog een paar wedstrijden uit te stellen.

Vorige week was er nog iemand met een laatste MLB at-bat. Zijn naam is Adam Greenberg. Wie? Juist ja, geen Chipper, en niet de bekendste van het stel. Geen indrukwekkende carrière of indrukwekkende statistieken. Maar wel een indrukwekkend verhaal.

Ik pak het even op begin 2005. Adam heeft al drie seizoenen Minors achter de rug en zit er nu dicht tegenaan. Voordat het seizoen begint speelt hij nog drie maanden in Venezuela zoals veel profs dat doen. Op Opening Day speelt hij nog in een Minor League team in West Tennessee, maar begin juli gaat het dan echt gebeuren. Hij wordt opgeroepen en mag zich melden bij het hoogste team in de organisatie, de Chicago Cubs, The Show!

Het is 9 juli 2005, de negende inning, één uit, en een 4-2 voorsprong tegen de Miami Marlins. Adam mag z’n eerste MLB slagbeurt gaan pakken. Op de heuvel Valerio De Los Santos. Mooie naam, aardige fastball, en niet al teveel controle die dag. Dat blijkt uit de eerste bal die hij op Adam gooit. Een fastball, 92mph, hard, net onder zijn helm achter z’n oor. A’dam grijpt naar z’n hoofd, is bang dat hij het bij elkaar moet houden. “Niet doodgaan, niet doodgaan, niet doodgaan” bleef hij voor zichzelf herhalen. Het was goed mis. Revalideren was lastig, zelfs z’n veters strikken wilde niet meer lukken zonder vervelende gevolgen. Duizeligheid, hoofdpijn, het zou wel even duren voordat hij opgeknapt was. Weg seizoen, en weg carrière bleek later.

Een tragisch optreden, één plate appearance, niet eens een at-bat. Hij heeft het nog lang geprobeerd, veel Minor League wedstrijden gespeeld, maar zijn kans was voorbij. Hij werd nooit meer opgeroepen voor de ‘Bigs’. Tot vorige week. Na een groots opgezette social media campagne “one at bat” kreeg Adam alsnog zijn kans op een echte MLB at-bat. De Marlins konden aan het eind van een slecht seizoen wel wat goede publiciteit gebruiken en besloten Adam een contract voor één dag te geven. De wedstrijd tegen de Mets ging nergens meer om, maar Greenberg zou z’n at-bat krijgen, voor hem was het de belangrijkste wedstrijd in 7 jaar.

Dit is echt gebeurd, dus ik kan niet beweren dat hij een homerun sloeg, of een hit, of op het honk kwam, en wie het gezien heeft weet dat hij zelfs geen bal geraakt heeft. Drie ballen van R.A. Dickey en hij kon weer richting dugout. Einde carrière, nu echt, maar nu wel met een echte at-bat.

Greenberg zal de rechten van zijn verhaal goed kunnen verkopen. Wie smult nou niet van dit verhaal? Het boek zal dan misschien nog wel eindigen met een strike-out, maar net als bij The Natural zal in de film gekozen worden voor een spectaculair einde. Het zijn ineens de World Series en hij slaat vanuit een rolstoel een homerun, of zoiets.

Ik zal het bij het boek houden. Of gewoon bij dit filmpje. Soms is het gewoon genoeg geweest. Dat geldt voor Chipper en Adam, maar ook voor Tom en Robbert. Voor alle vier geldt dat als ze ooit van gedachte veranderen er voor hun altijd een plekje bij de Reserve Reserves is. En dat is dan wel weer een fijne gedachte.